Duurzaamheid
Klimaat en milieu: CO2-uitstoot
In dit hoofdstuk presenteren we een overzicht van onze geschatte CO₂-equivalent uitstoot in 2024, onderverdeeld in scope 1, 2 en 3. Dit overzicht geeft inzicht in de klimaatimpact van onze activiteiten.
In 2024 hebben we stappen gezet om onze dataverzameling te verbeteren. Dit heeft geleid tot een nauwkeuriger beeld van onze emissies. Desondanks is het overzicht nog niet volledig. Bij de inzichten van de uitstoot per scope staat beschreven welke activiteiten zijn meegenomen. Daarnaast staat in de bijlage een uitgebreid overzicht welke emissiebronnen zijn meegenomen en welke nog buiten beschouwing zijn gelaten.
Onze ambitie blijft om de volledigheid en betrouwbaarheid van onze CO₂-rapportage verder te verbeteren, zodat we gerichter kunnen sturen op reductie en duurzame verandering.
Berekeningsmethode
Voor het berekenen van de klimaatimpact in CO₂-equivalenten werken wij samen met Salacia Solutions. De CO₂-emissie-inventarisatie is opgesteld in overeenstemming met de GHG Protocol Corporate Standard, de GHG Protocol Scope 2 Guidance en de GHG Protocol Corporate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard.
Het GHG Protocol (Green House Gas Protocol) is de internationaal geaccepteerde standaardmethode voor het opstellen van een CO₂-emissie-inventarisatie voor organisaties en bedrijven. Daarnaast vormt het de basis voor klimaatimpact berekeningen volgens de European Sustainability Reporting Standards (ESRS E1) onder de EU Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD).
Het GHG Protocol maakt onderscheid tussen drie emissie-scopes, elk met meerdere subcategorieën:
-
Scope 1: Directe emissies van bronnen die eigendom zijn van of beheerd worden door Juva, zoals emissies uit eigen of beheerde voertuigen, infrastructuur en industriële processen.
-
Scope 2: Indirecte emissies afkomstig van ingekochte energie die Juva gebruikt.
-
Scope 3: Indirecte emissies die voortkomen uit de activiteiten van de organisatie, maar plaatsvinden bij derden, zoals leveranciers (upstream) en klanten (downstream) binnen de waardeketen.
Binnen deze drie scopes onderscheidt het GHG Protocol verschillende categorieën. Wij hebben nog niet alle categorieën opgenomen die voor ons relevant zijn, maar streven ernaar om dit in de komende jaren te doen.
Totaaloverzicht markt- en locatiegebaseerde uitstoot
Totaaloverzicht CO₂ uitstoot (in ton CO₂-eq) |
||||
Scopes |
2022 |
2023 |
2024 |
% 2024 / 2023 |
Totaal scope 1 |
2.702 |
3.214 |
2.859 |
89% |
Totaal scope 2 (locatie gebaseerd) |
17.973 |
13.236 |
11.908 |
90% |
Totaal scope 2 (marktgebaseerd) |
306 |
40 |
54 |
132% |
Totaal scope 3 |
7.689 |
14.226 |
20.283 |
143% |
Totaal alle scopes (locatie gebaseerd) |
28.364 |
30.676 |
35.050 |
114% |
Totaal alle scopes (markt gebaseerd) |
10.697 |
17.480 |
23.195 |
133% |
Scope 1: directie emissies
Scope 1-emissies zijn de directe CO₂-equivalent emissies die vrijkomen uit bronnen die in eigendom of beheer zijn van onze organisatie. In de tabel hieronder laten we zien wat onze uitstoot is.
Voor onze scope 1-emissies meten wij ons gasverbruik van ons kantoorpand, de uitstoot gerelateerd aan (niet-elektrische) lease- en dienstauto’s en methaanlekkages die optreden in het verzorgingsgebied van Westland Infra.
Ten opzichte van vorig jaar zijn alle gemeten categorieën scope 1-emissies licht gedaald. De uitstoot gerelateerd aan lease- en dienstauto’s heeft het grootste verschil gemaakt. Elektrische leaseauto’s worden onze norm en wij gebruiken steeds meer elektrische bedrijfsbussen.
Bij de methaanemissies zien we een lichte afname van uitstoot ten opzichte van 2023. Sinds 2023 zoeken wij vaker naar gaslekken omdat vanaf 2024 de EU methaan verordening geldt. Ten opzichte van 2022 zien we daardoor in 2023 en 2024 een verhoging van de uitstoot. In zowel 2023 als 2024 hebben we in een derde van het verzorgingsgebied van Westland Infra vaker naar gaslekken gezocht. Eind 2025 wordt het laatste stuk van het verzorgingsgebied met de verhoogde frequentie onderzocht. We verwachten daarom vanaf 2026 een daling van deze emissies te zien.
Scope 1 CO₂ uitstoot (in ton CO₂-eq) |
|
|
|
|
Scope 1 |
2022 |
2023 |
2024 |
% 2024 / 2023 |
Gasverbruik kantoorpand |
133 |
128 |
122 |
95% |
Lease en dienstauto's |
369 |
383 |
302 |
79% |
Methaanlekkages* |
2.200 |
2.703 |
2.435 |
90% |
Totaal scope 1 |
2.702 |
3.214 |
2.859 |
89% |
*data is nog niet definitief. De definitieve data wordt begin juni berekend door het KIWA. |
Scope 2: indirecte emissies van aangekochte energie
Scope 2-emissies zijn de indirecte CO₂-equivalent emissies die vrijkomen door de opwekking van ingekochte energie die wij gebruiken. Voor onze berekening bevat deze scope data over de volgende onderdelen:
-
Netverlies: het energieverlies dat optreedt tijdens het transport van elektriciteit over ons netwerk.
-
Elektriciteitsverbruik van onze stations.
-
Elektriciteitsverbruik van ons kantoorpanden.
Hieronder staat een tabel van onze scope 2-emissies, uitgedrukt in marktgebaseerde uitstoot en locatiegebaseerde uitstoot. Al onze eigen energiecontracten zijn voor duurzame bronnen en hierdoor is onze marktgebaseerde uitstoot laag. De CO₂-uitstoot die voor onze marktgebaseerde score meetelt, komt van het laden van lease- en bedrijfsauto’s bij externe laadpalen. Wanneer een auto buiten het pand van Juva wordt opgeladen, kunnen we niet achterhalen of dit met groene of grijze stroom gebeurt. Om geen emissies te missen, nemen we aan dat er sprake is van grijze stroom.
Tijdens het transport van elektriciteit gaat energie verloren door het transformeren van hoogspanning naar midden- en laagspanning en andersom en tijdens transport van elektriciteit door opwarming van de kabels. Westland Infra is als netbeheerder verplicht het verlies te compenseren door ‘in te kopen’. Dit wordt het netverlies genoemd. In 2024 is er voor 43.237.345 kWh netvlies ingekocht. De locatiegebaseerde uitstoot hiervan is meegenomen in deze scope, maar de markgebaseerde CO2-emissies die hieraan verbonden zijn, worden berekend in scope 3.3.
Scope 2 CO₂ uitstoot (in ton CO₂-eq) |
||||
Scope 2 |
2022 |
2023 |
2024 |
% 2024 / 2023 |
Totaal energiegebruik locatiegebaseerd |
17.973 |
13.236 |
11.908 |
90% |
Totaal energiegebruik marktgebaseerd |
306 |
40 |
54 |
132% |
Scope 3: indirecte emissies in de waardeketen
Scope 3-emissies zijn de indirecte CO₂-equivalent emissies die voortkomen uit onze activiteiten, maar worden uitgestoten door derden binnen de waardeketen. Hier rapporteren we verschillende subcategorieën, zoals kapitaalgoederen, afval en investeringen.
Bij categorie 3.3 rapporteren we emissies die gerelateerd zijn aan brandstof en energiegerelateerde activiteiten die niet zijn inbegrepen bij scope 1 of 2. Het grootste aandeel van deze uitstoot komt van het ingekochte netverlies. Dit wordt ingekocht met energie opgewekt uit biomassa. Ten opzichte van 2023 is het ingekochte netverlies licht gestegen. De verhoogde CO₂-uitstoot komt voornamelijk door een aangepaste emissie factor voor biomassa. Deze is sterk omhoog gegaan. Er werd in 2024 meer uitstoot gerekend voor dezelfde hoeveelheid ingekocht netverlies ten opzichte van 2023.
In de categorie afval rapporteren we de uitstoot van onze afvalstromen. Hier zien we een sterke afname. Dit is deels te danken aan het feit dat ons totaalgewicht afval met ongeveer 40% is afgenomen. Het grootste verschil wordt veroorzaakt door verandering van de emissiefactoren: er werd in 2024 minder CO₂-equivalent emissies gerekend voor dezelfde hoeveelheid afval ten opzichte van het voorgaande jaar.
Scope 3 CO₂ uitstoot (in ton CO₂-eq) |
||||
Scope 3 |
2022 |
2023 |
2024 |
% 2024 / 2023 |
3.2 Kapitaalgoederen |
- |
7.342 |
11.673 |
159% |
3.3 Brandstof en energiegerelateerde activiteiten niet inbegrepen in scope 1 of scope 2 |
2.791 |
2.060 |
3.179 |
154% |
3.5 Afval gegenereerd in bedrijfsvoering |
5 |
8 |
1 |
19% |
3.15 Investeringen |
4.893 |
4.815 |
5.429 |
113% |
Totaal |
7.689 |
14.226 |
20.283 |
143% |
Procesinrichting CSRD
We streven ernaar de besturing van onze duurzaamheidsdoelen en processen snel te integreren in onze staande business. Daarom kiezen we ervoor de verantwoordelijkheid direct te implementeren in de bestaande bedrijfsprocessen en de rapportages toe te voegen aan de bestaande financiële rapportagestructuur.
De implementatie van CSRD wordt uitgevoerd door een kernteam. De kennis van CSRD wordt in brede zin verworven en integraal toegepast op de bestaande governancestructuur.
Onze inzet van afgelopen jaren was gestoeld op de aanname dat wij vanaf 2025 verplicht zijn om de CSRD-rapportage standaard op te nemen in ons jaarverslag. Sinds de aankondiging van het Omnibus pakket is dit echter onzeker geworden. Als de Omnibusvoorstellen van de Europese Commissie doorgevoerd worden, valt Juva niet meer onder de CSRD.
Vanzelfsprekend gaan wij wel door met onze duurzaamheidsrapportage. We spannen ons al jaren in om de schone energietransitie te faciliteren, zetten ons in voor het welzijn van onze medewerkers en willen goed zijn voor de regio. Ons MVO-programma sluit hierop aan.
Nu onze materiële thema’s opnieuw zijn vastgesteld, gaan wij deze gedetailleerd uitwerken en sturen op meer impactcreatie.
Dubbele materialiteitsanalyse
Als voorbereiding op onze CSRD-rapportage hebben we in 2024 de dubbele materialiteitsanalyse uitgevoerd. We gebruikten impact materialiteit (inside-out) en financiële materialiteit (outside-in) om vast te stellen welke ESG-thema’s voor ons het meest relevant zijn. In dit proces namen we ook de inzichten vanuit onze waardeketen mee en de input van stakeholders. Wij hebben de dubbele materialiteitanalyse in fases uitgevoerd.
Fase 1: context van de organisatie vaststellen
In deze fase identificeerden we onze stakeholders, gebaseerd op stakeholderanalyses die we eerder uitgevoerd hebben. Ook vernieuwden we ons waardecreatiemodel, waarin we visualiseren welke waarde we als Juva kregen. Daarnaast hebben we de waardeketen in kaart gebracht.
Fase 2: opstellen van de longlist van potentiële materiële thema's
In deze fase hebben we de duurzaamheidsthema’s van de ESRS onderzocht. Hierbij gaven we aan welke thema’s potentieel van toepassing zijn voor Juva. Om dit proces uit te voeren, hebben we gekeken naar onze peers in de industrie, sectortrends en internationale standaarden. Daarnaast hebben we onze eigen interne documentatie bekeken, zoals strategische documenten en het MVO-beleid van de afgelopen jaren. Op basis hiervan hebben we een longlist van mogelijk relevante duurzaamheidsonderwerpen voor Juva samengesteld.
Fase 3: impact, risico's en kansen in kaart brengen
Van alle onderwerpen op de longlist hebben we de impact, risico’s en kansen (IRK’s) in kaart gebracht. Hierbij hanteren wij het principe van de dubbele materialiteit, waarbij we kijken naar impact materialiteit en financiële materialiteit. Bij het in kaart brengen van IRK’s houden we rekening met de korte, middellange en lange termijn en kijken we naar positieve en negatieve, daadwerkelijke en potentiële impact en naar risico’s en kansen.
Fase 4: impact, risico's en kansen scoren
Na het in kaart brengen van de IRK’s van potentiële materiële thema’s, zijn deze gescoord aan de hand van een aantal variabelen. Deze methode is gebaseerd op de richtlijnen van de NBA.[1] De impact materialiteit werd gescoord op ‘schaal’, ‘scope’, ‘herstelbaarheid’ en ‘waarschijnlijkheid’. De financiële materialiteit werd gescoord op ‘omvang’ en ‘waarschijnlijkheid’.
Voor al deze variabelen gaven we de score ‘hoog’, ‘middel’, of ‘laag’. Hierbij hebben we het directieteam, het management en de teamleiders geconsulteerd.
Fase 5: materiële thema's definitief vaststellen
Al onze IRK’s kregen een score tussen de 0 en 1. Om onze materiële thema’s definitief vast te stellen, hebben we een drempelwaarde van 0,6 bepaald. Deze drempelwaarde is ons inziens de juiste balans tussen wat Juva kan dragen en de verantwoordelijkheid die wij hebben naar onze stakeholders, de regio en het klimaat.
Uitkomsten dubbele materialiteitsanalyse
Op basis van de dubbele materialiteitsanalyse hebben we vijf materiële thema’s vastgesteld:
-
Energiezekerheid voor de klant
-
Goed werkgeverschap
-
Goed bestuur
-
Klimaatverandering
-
Materiaalgebruik
Deze thema’s bevatten de volgende ESRS-standaarden:
-
ESRS E1
Klimaatadaptatie
Klimaatmitigatie -
ESRS E5
Materiaalinstroom (incl. gebruik)
Afval -
ESRS S1
Werk-privébalans
Veiligheid en gezondheid
Opleiding en ontwikkeling
Maatregelen tegen geweld en intimidatie -
ESRS S4
Vrijheid van meningsuiting
Privacy
Veiligheid en gezondheid
Toegang tot producten en diensten -
ESRS G1
Bedrijfscultuur
Bescherming klokkenluiders
Verhouding met de politiek en lobbyactiviteit
Incidenten van corruptie en omkoping
Cybersecurity