Skip to Content
Page header overlay Page header overlay

Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

Vaste activa

De samenstelling en het verloop van de vaste activa gedurende het boekjaar blijken uit de volgende overzichten.

1. Materiële activa

(bedragen x € 1.000)

Bedrijfsgebouwen en terreinen

Gas

Elektriciteit

Overige vaste bedrijfsmiddelen

Materiële vaste activa in uitvoering

Totaal

Aanschafwaarde per 1 januari 2024

11.963

143.559

437.516

18.691

12.396

624.125

Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari 2024

5.161

74.205

247.959

14.006

-

341.331

Boekwaarde per 1 januari 2024

6.802

69.354

189.557

4.685

12.396

282.794

Mutaties 2024

Investeringen

28

-

-

1.220

34.090

35.338

In gebruikname

-

4.264

34.293

-

(38.557)

-

Desinvesteringen

-

-

(319)

-

-

(319)

Afschrijvingen

(34)

(6.845)

(19.902)

(1.683)

-

(28.464)

Boekwaarde per 31 december 2024

6.796

66.773

203.629

4.222

7.929

289.349

Aanschafwaarde per 31 december 2024

7.416

147.090

471.194

19.497

7.929

653.126

Cumulatieve afschrijvingen per 31 december 2024

620

80.317

267.565

15.275

-

363.777

Boekwaarde per 31 december 2024

6.796

66.773

203.629

4.222

7.929

289.349

De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn:

Overige bedrijfsmiddelen

3-10 jaar

Bedrijfsgebouwen

10-25 jaar

Gas

3-25 jaar

Elektriciteit

3-25 jaar

Over materiële vaste activa in uitvoering en gronden wordt niet afgeschreven.

Met ingang van 2016 wordt de veronderstelling gehanteerd dat de materiële vaste activa die meer dan 5 jaar geleden geheel zijn afgeschreven, niet meer aanwezig zijn. Als gevolg van deze aanname zijn materiële vaste activa met een aanschafwaarde en cumulatieve afschrijving van € 242 miljoen (2023: € 237 miljoen) en een boekwaarde van nihil, uit de materiële vaste activa waarde geëlimineerd.

Afschrijving en bijzondere waardeverminderingen

Elektriciteit
Voor elektriciteitsassets en kabels hanteert Westland Infra Netbeheer een lineaire afschrijftermijn van 25 jaar. Dit is korter dan de 50 jaar die andere netbeheerders doorgaans hanteren. De gekozen termijn houdt rekening met de dienstverlening aan de voornaamste klantgroep in het verzorgingsgebied: de glastuinbouw.

De glastuinbouwsector is zowel een grote energieafnemer als een significante energieopwekker. Hierdoor kent het net, anders dan in andere industriële gebieden, een relatief hoge piekbelasting. Bovendien heeft de sector in het verleden aangetoond dat de energievraag snel kan veranderen en dat ondernemers hun energiegebruik snel aanpassen aan externe omstandigheden. Voorbeelden hiervan zijn de snelle implementatie van WKK’s in de bedrijfsvoering en de aanpassingen naar aanleiding van de energiecrisis in de afgelopen twee jaar.

Huidige ontwikkelingen in het Nederlandse energiesysteem hebben eveneens een grote impact op de Westlandse glastuinbouw. De snelle groei van duurzame energiebronnen, zoals zonne- en windenergie, zorgt voor een steeds dynamischer netgebruik. Tegelijkertijd leidt netcongestie ertoe dat de beschikbaarheid en flexibiliteit van transportcapaciteit onder druk komen te staan. Dit versterkt de noodzaak om investeringen in het net aan te passen aan de veranderende energiebehoefte van de sector. Zowel een snellere als tragere afschrijving is hierdoor niet logisch: een kortere termijn zou geen recht doen aan de langjarige investeringen die nu nodig zijn. Terwijl een langere termijn weer onvoldoende rekening houdt met de dynamiek van deze sector en de noodzaak om flexibel te kunnen blijven ten aanzien van toekomstige ontwikkelingen.

Gas
Voor gasassets en leidingen wordt een lineaire afschrijftermijn van 25 jaar gehanteerd. De verwachte economische levensduur van deze assets is onzeker, met name door de volgende factoren:

  • De afname van het aardgasgebruik in de komende jaren. Grootschalige nieuwe investeringen in het gasnet worden steeds zeldzamer. Het verbod op gasaansluitingen bij nieuwbouwprojecten draagt bij aan deze trend.

  • De mogelijkheid van alternatief gebruik van het gasnet. Het huidige netwerk kan in de toekomst mogelijk worden ingezet voor duurzame gassen, zoals waterstof of groen gas. Onderzoek van Kiwa en Netbeheer Nederland toont aan dat delen van het bestaande gasnet hiervoor technisch geschikt zijn. In de regio Westland wordt al circa 5 miljoen m³ groen gas per jaar ingevoed en de verwachting is dat deze hoeveelheid in de komende jaren verder zal toenemen. Daarnaast zijn er warmtenetten in de regio die momenteel nog gebruik maken van gas als back-up warmtebron, wat de kans vergroot dat een deel van het gasnet na 2050 een functie blijft houden.

Op basis van deze ontwikkelingen blijft een afschrijvingstermijn van 25 jaar realistisch. De energietransitie brengt onzekerheden met zich mee, maar de aanwezigheid van initiatieven rond waterstof en groen gas geven aanleiding om te verwachten dat het gasnet ook na 2050 nog relevant kan zijn. Westland Infra blijft de ontwikkelingen in de markt volgen om te waarborgen dat de gehanteerde afschrijvingstermijn ook in de toekomst passend blijft.

Slimme meter
Voor de slimme meter (E & G) wordt een lineaire afschrijftermijn van 10 jaar gehanteerd. Hierbij is rekening gehouden met technologische ontwikkelingen van deze asset. Door ontwikkelingen in zowel datacommunicatie als -bescherming zal de eerste generatie meters vervangen moeten worden door een nieuwere variant. Deze vervangingen van de eerste generatie slimme meters vindt plaats na afloop van de afschrijftermijn van 10 jaar en leveren dan ook geen versnelde afschrijvingstermijn op.

2. Financiële vaste activa

(bedragen x € 1.000)

Balans
1-1-2024

mutatie

nieuw
verstrekt

aflossing

dividend

resultaat

Balans
31-12-2024

Deelnemingen

15.552

-

5.232

-

(1.125)

500

20.159

Overige effecten

4

-

-

-

-

-

4

Latente belasting vordering

2.303

(1.604)

-

-

-

-

699

Overige vorderingen

4.831

-

55

(239)

-

-

4.647

22.690

(1.604)

5.287

(239)

(1.125)

500

25.509

De latente belastingvordering van € 699.000 (2023: € 2.303.000) heeft hoofdzakelijk betrekking op de tijdelijke verschillen tussen de fiscale en de bedrijfseconomische waardering van de distributienetwerken. De fiscale waarde van de distributienetwerken is hoger dan de bedrijfseconomische waarde, doordat enerzijds de fiscale waarde meer recent is afgeleid uit de vervangingswaarde en anderzijds fiscaal langere afschrijvingstermijnen worden gehanteerd. Daar tegenover staat dat fiscaal rekening wordt gehouden met een afschrijvingsbeperking tot een restwaarde van 100% van de WOZ waarde voor onroerend goed in eigen gebruik en voor verhuurd onroerend goed. Realisatie van de tijdelijke verschillen is afhankelijk van de ontwikkelingen in het fiscale resultaat en de regelgeving de komende 50 jaar. Vanwege de onzekerheid die hiermee samenhangt, is voor het verschil, dat naar verwachting binnen een afzienbare periode gerealiseerd kan worden, een latente belastingvordering gevormd. In de berekening is rekening gehouden met een afzienbare periode van 25 jaar, op basis van de gemiddelde looptijd van afschrijvingsverschillen fiscaal en commercieel, waarbij rekening wordt gehouden met afnemende zekerheid van de positieve resultaten.
In de waardering van de vordering is een netto rentepercentage van 1,69 % (2023: 1,59 %) gehanteerd om de verschillen contant te maken. Op basis van totale verschillen tussen de fiscale en commerciële waarde van € 117,5 miljoen bedraagt de totale nominale latente belastingvordering € 28,2 miljoen, waarvan € 10,4 miljoen aan nominale latente belastingvordering is gewaardeerd tegen een contante waarde van € 0,7 miljoen, rekening houdend met afnemende zekerheid naar de toekomst van de positieve resultaten.
Verwacht wordt dat van het totale bedrag van de latente belastingvordering een bedrag van circa € 534.000 binnen een jaar wordt gerealiseerd.


Onder de overige vorderingen zijn verstrekte leningen u/g opgenomen, waarvan een bedrag van € 264.000 (2023: € 240.000) binnen een jaar wordt afgelost.

De niet-geconsolideerde deelnemingen betreffen:

Naam

Belang

Statutaire Zetel

Trias Westland B.V.

45%

Honselersdijk

Energie Transitie Partners B.V.

50%

Poeldijk

WNW Beheer B.V.

50%

Poeldijk

WNW C.V.

50%

Poeldijk

Het bedrag nieuw verstrekt aan deelnemingen in 2025 van € 5.232.000 betreft inbreng van kapitaal in WNW C.V. 

De overige vorderingen betreft verstrekte leningen en voorschotten aan Trias Westland en Energie Transitie Partners.
De verstrekkingen in 2024 betreft voorschotten aan Energie Transitie Partners ten behoeve van ontwikkelingskosten voor warmtenetprojecten. 

3. Voorraden

De voorraden betreft voorraad gereed product en handelsgoederen. Per einde 2024 bedraagt de voorziening voor incourante voorraad € 1.165.000 (2023: € 1.074.000).

4. Onderhanden projecten

Het saldo onderhanden projecten van € 1,1 miljoen (2023: € 1,5 miljoen) betreft het nog te factureren bedrag aan opdrachtgevers. Samen met de kortlopende schulden opgenomen positie van per saldo vooruit gefactureerde bedragen aan opdrachtgevers van € 3,2 miljoen (2023: € 2,9 miljoen) is sprake per saldo van vooruit gefactureerde bedragen aan opdrachtgevers van € 2,1 miljoen (2023: € 1,4 miljoen).
De totaal bestede kosten van deze onderhanden projecten bedragen € 10,8 miljoen (2023: € 8,3 miljoen), de gefactureerde termijnen € 15,9 miljoen (2023: € 12,8 miljoen) en het op deze projecten verantwoorde resultaat tot en met 2024 € 3,0 miljoen (2023: € 3,1 miljoen), waarvan € 1,3 miljoen resultaat tot en met 2024 is verantwoord (2023: € 2,6 miljoen).

5. Vorderingen

(bedragen x € 1.000)

2024

2023

39.426

29.885

Debiteuren

18.846

15.606

Belastingen

-

132

Overige vorderingen en overlopende activa

20.580

14.147

De belastingen te vorderen per ultimo 2023 betreft vennootschapsbelasting. Per ultimo 2024 is sprake van een schuldpositie uit hoofde van de vennootschapsbelasting, welke is opgenomen onder de kortlopende schulden en overlopende passiva.

Onder de overlopende activa is in 2024 € 1,0 miljoen (2023: € 2,8 miljoen) opgenomen inzake reconciliatie vorderingen op leveranciers van meetverlies gas en netverlies elektriciteit.
Per ultimo 2024 is een bedrag van € 10,9 miljoen (2023: € 3,9 miljoen) opgenomen als gevolg van (verwachte) nacalculaties van Autoriteit Consument en Markt (ACM), welke in 2025 wordt afgewikkeld. 
Deze (verwachte) nacalculaties van de ACM verrekend in toekomstige tarieven, worden alleen op de balans opgenomen en in resultaat van boekjaar verwerkt als ze (betrouwbaar) te schatten zijn. Voor de nog niet in tarieven 2025 afgerekende nacalculaties net- en meetverlies, WACC en DCO is het niet mogelijk een betrouwbare schatting te maken en is hier in het resultaat 2024 geen rekening mee gehouden.   

Door een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) op 4 juli 2023 heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) nieuwe methodebesluiten 2022-2026 genomen die leidden tot hogere toegestane inkomsten en nacalculaties. ACM neemt nacalculaties mee in de jaarlijkse tarievenbesluiten en op dat moment is formeel de verrekening vastgesteld. Tegen deze besluiten kan binnen een periode van zes weken bezwaar aangetekend worden door belanghebbenden. In het tarievenbesluit 2025 heeft ACM € 5,1 miljoen – de helft van het nagecalculeerde bedrag- verwerkt bij de bepaling van de tarieven 2025. Dit bedrag heeft betrekking op inkomsten uit eerdere jaren en is daarom verwerkt in de jaarrekening 2024. Tegen dit besluit is geen bezwaar aangetekend waardoor het verwerkte bedrag onherroepelijk is geworden. Of een vergelijkbaar bedrag ongewijzigd en definitief wordt verwerkt in het Tariefbesluit 2026 is niet met voldoende zekerheid te zeggen doordat er nog geen formeel tarievenbesluit aan ten grondslag ligt en door mogelijke bezwaarprocedures. N.V. Juva verwerkt een nacalculatie alleen als er door middel van een tariefbesluit voldoende zekerheid is dat deze wordt gerealiseerd. Daarom is het tweede deel van de nacalculatie niet verwerkt in de jaarrekening 2024.

Uitzondering op de beleidslijn vormt de verrekening van de inkoopkosten, van het boekjaar, met andere netbeheerders in toekomstige tarieven. De verrekening daarvan ligt vast in het Methodebesluit en wordt niet incidenteel bepaald door de ACM

6. Liquide middelen

De liquide middelen ultimo 2024 staan ter vrije beschikking.

7. Groepsvermogen

(bedragen x € 1.000)

2024

2023

Stand ultimo boekjaar

155.278

143.028

Stand begin boekjaar

143.028

137.604

Winst boekjaar

21.650

13.424

Rechtstreekse vermogensmutaties

-

-

Totaal resultaat

21.650

13.424

Dividend

(9.400)

(8.000)

Voor de samenstelling en verloop van eigen vermogen per onderdeel van eigen vermogen zie toelichting vennootschappelijk jaarrekening note 22.

8. Voorzieningen

(bedragen x € 1.000)

2024

2023

Stand ultimo boekjaar

352

311

Voor jubileumuitkeringen

352

311

De looptijd van de voorziening jubileumuitkeringen is overwegend langer dan 1 jaar.

Het verloop van de voorzieningen gedurende 2024 is als volgt:

(bedragen x € 1.000)

Jubileum-
uitkeringen

Totaal

Saldo per 31 december

352

352

Saldo per 1 januari

311

311

Dotatie

104

104

Ontrekeningen

(63)

(63)

9. Langlopende leningen en overlopende passiva

(bedragen x € 1.000)

2024

2023

194.319

180.008

Langlopende schulden

124.000

111.000

Overlopende passiva

1.092

884

Vooruit ontvangen bedragen

69.227

68.124

Langlopende schulden

(bedragen x € 1.000)

2024

2023

Stand begin boekjaar

111.000

107.000

Aflossingen

-

(47.000)

Opname nieuwe leningen

13.000

51.000

Stand ultimo boekjaar

124.000

111.000

Waarvan af te lossen in:

Binnen 1 jaar

-

-

Binnen 1 tot 5 jaar

51.000

51.000

Na 5 jaar

73.000

60.000

De gemiddelde rentevoet van de leningen bedraagt 2,28%.

In 2024 is € 13 miljoen opgenomen van de financieringsfaciliteit tegen een rentevoet van 3,393% voor een periode van 10 jaar tot en met 1 september 2034.

Voor de financiering van € 114 miljoen  is een zekerheidsstelling afgegeven, die inhoudt dat het solvabiliteitspercentage van de geconsolideerde balans Westland Infra Netbeheer B.V. tenminste 35% bedraagt. Daarnaast dient de ICR (bedrijfsresultaat/totaal van financiële lasten) van Westland Infra Netbeheer B.V. tenminste 1,7 te bedragen. Hierbij is overeengekomen dat ratio's worden berekend op basis van waarderingsgrondslagen waarbij de eenmalige aansluitbijdrage nog gesaldeerd werd in de materiële vaste activa.
Verder dient Westland Infra Netbeheer B.V. te voldoen aan de ratio's opgenomen in besluit financieel beheer netbeheerder.

Voor de financiering van € 10 miljoen is hypotheek gevestigd op het kantoorpand van N.V. Juva met een hoofdsom van € 10 miljoen, te vermeerderen met 40% aan rente en kosten. Daarnaast is een zekerheidsstelling afgegeven die inhoudt dat het solvabiliteitspercentage van de geconsolideerde balans van N.V. Juva tenminste 35% bedraagt. Ook hier is overeengekomen dat ratio's worden berekend op basis van waarderingsgrondslagen waarbij de eenmalige aansluitbijdrage nog gesaldeerd werd in de materiële vaste activa.

Verder beschikken we naast de leningen en financieringsfaciliteiten over een rekening-courant-faciliteit van € 25 miljoen, waarvan de rente variabel is.

Overlopende passiva

Dit betreft de ontvangen overheidssubsidies die verrekend  zijn met de vennootschapsbelasting.
De verrekende investeringsaftrek heeft betrekking op investeringen in een warmtenet en wordt conform de gebruiksduur van het betreffende warmtenet in mindering gebracht op de vennootschapsbelastinglast. 
Hiermee wordt gestart bij het in productie nemen van het warmtenet, naar verwachting in het eerste kwartaal 2025.

Het verloop van deze overlopende passiva gedurende 2024 is als volgt:

(bedragen x € 1.000)

2024

2023

Stand einde boekjaar

1.092

884

Stand begin boekjaar

884

354

Toevoeging in boekjaar

208

530

Realisatie in boekjaar

-

-

Vooruit ontvangen bedragen

Dit betreft de vooruit ontvangen bijdragen van derden bij de investeringen in de aanleg van infrastructuur en aansluitingen.
De realisatie/amortisatie termijnen zijn gelijk aan de afschrijvingstermijnen van de betrokken activa.

Het verloop van de post gedurende het boekjaar is als volgt:

(bedragen x € 1.000)

2024

2023

Stand begin boekjaar

68.124

67.831

Toevoeging in boekjaar

6.403

5.543

Amortisatie in boekjaar

(5.300)

(5.250)

Stand einde boekjaar

69.227

68.124

10. Kortlopende schulden en overlopende passiva

(bedragen x € 1.000)

2024

2023

34.407

25.835

Schulden aan kredietinstellingen

-

-

Schulden aan leveranciers

7.808

10.094

Belastingen en premies sociale verzekering

8.408

4.435

Pensioenpremies

317

301

Overige schulden

7.937

7.509

Overlopende passiva

9.937

3.496

Onder belastingen en premies sociale verzekering is € 2.480.000 (2023: nihil) opgenomen inzake verschuldigde vennootschapsbelasting. Per ultimo 2023 is sprake van een terug te vorderen bedrag aan vennootschapsbelasting, welke is opgenomen onder de overige vorderingen en overlopende activa. 

Onder de overige schulden is een bedrag van € 3,2 miljoen (2023: € 2,9 miljoen) opgenomen, inzake vooruit gefactureerde onderhanden projecten. Voor een nadere toelichting zie 5. Onderhanden projecten.

Onder de overlopende passiva is een bedrag van € 5,8 miljoen (2023: € 0,1 miljoen) opgenomen als gevolg van (verwachte) nacalculaties van Autoriteit Consument en Markt waarvan in 2026 € 5,8 miljoen (2025: € 0,1 miljoen) wordt afgewikkeld.

Niet in de balans opgenomen verplichtingen en activa

Operationele leaseverplichtingen

Het wagenpark is op basis van operationele leasing in gebruik bij de vennootschap. In het resultaat 2024 is in de overige bedrijfskosten een last uit hoofde van operationele leasekosten van € 1.197.000 opgenomen (2023: € 1.049.000). De verplichtingen onder deze overeenkomsten vervallen als volgt:

(bedragen x € 1.000)

2024

2023

Binnen 1 jaar

816

707

Binnen 1 tot 5 jaar

1.544

1.160

Na 5 jaar

-

-

Totaal

2.360

1.867

Gestelde zekerheden

Een garantstelling van € 101.000 bij beëindiging van bedrijfsactiviteiten van EDSN.
Daarnaast een af te roepen borgstelling van € 534.000 door de 3 grote regionale netbeheerders inzake de financiering van EDSN, een af te roepen borgstelling van € 5.000 door de landelijke netbeheerders inzake de financiering van BAS en een (sponsor)garantie van € 1.000.000 inzake 50% nog niet gestorte € 2.000.000 GRA banktegoed  bij een kredietinstelling door WNW C.V. inzake 2 lopende warmtenetprojecten.

Voorwaardelijke activa

Per ultimo 2024 zijn er geen openstaande materiële schadeclaims op leveranciers.

Investeringsverplichtingen

Voor de inkoop van kabels, meters en installaties zijn verplichtingen aangegaan van in totaal € 4,2 miljoen (2023: € 5,8 miljoen)

Inkoopverplichting meetverlies gas en netverlies elektriciteit

Voor het verwachte meetverlies gas is voor 2025 4,8 miljoen m3 de inkoopprijs vastgelegd tegen een inkoopwaarde van € 2,5 miljoen.
Voor het verwachte netverlies elektriciteit is voor 2025 44GWh de inkoopprijs vastgelegd tegen een inkoopwaarde  van € 5,0 miljoen.  

Verwijderingen gasaansluitingen

Op basis van de Gaswet dient Westland Infra Netbeheer, dochtermaatschappij van Juva een aansluiting te verwijderen op voorwaarde
dat een klant hierom verzoekt. Juva heeft geen voorziening gevormd voor toekomstige verwijderingen waarvoor nog geen aanvraag is ingediend, aangezien sprake is van een voorwaardelijke verplichting. Deze voorwaardelijke verplichting kan in toekomstige perioden mogelijk tot een significante uitstroom van middelen leiden, onder andere afhankelijk van (de snelheid van) de energietransitie en ontwerpkeuzes voor het nieuwe energiesysteem. De reguleringsmethode bepaalt op welke wijze de vergoeding voor deze uitstroom wordt geregeld.

Financiële instrumenten

Algemeen

De in deze toelichting opgenomen gegevens verschaffen informatie die behulpzaam zijn bij het schatten van de omvang van risico’s die verbonden zijn aan zowel de in de balans opgenomen als de niet in de balans opgenomen financiële instrumenten.

De primaire financiële instrumenten van de groep, anders dan derivaten, dienen ter financiering van de operationele activiteiten van de groep of vloeien direct uit deze activiteiten voort. Tevens gaat de groep transacties aan in derivaten, met name renteswaps, om het renterisico af te dekken dat ontstaat uit de operationele en financieringsactiviteiten van de groep. Het beleid van de groep is om niet te handelen in financiële instrumenten.

De belangrijkste risico’s, uit hoofde van de financiële instrumenten van de groep, zijn het kredietrisico, het liquiditeitsrisico, het kasstroomrisico en het prijsrisico bestaande uit het valuta-, rente- en marktrisico.

Het beleid van de groep om deze risico’s te beperken, luidt als volgt:

Kredietrisico

Het beleid van de groep is erop gericht om aan klanten geen andere kredieten te verstrekken dan normale leverancierskredieten. Maatregelen die worden toegepast om het debiteurenrisico te beperken, zijn actieve incasso en de inzet van incassobureaus. Met klanten, die verzoeken om een nieuwe aansluiting of opdracht geven voor de uitvoering van een commercieel project, worden betalingsschema’s overeengekomen waarbij de klant een deel van het project voorfinanciert. Verder zijn er geen belangrijke concentraties van kredietrisico binnen de groep.

Liquiditeitsrisico

Juva loopt het risico dat er onvoldoende liquiditeiten aanwezig zijn om aan acute verplichtingen te voldoen.

De groep heeft hiervoor, buiten de afgesloten leningen, een krediet- en financieringsfaciliteit tot € 25,0 miljoen, waarvan per ultimo 2024 € nihil miljoen is opgenomen.

Valutarisico

De financiële resultaten en kasstromen van de groep worden vrijwel geheel gerealiseerd in de eurozone, waardoor deze niet onderhevig zijn aan het risico van fluctuaties wisselkoersen.

Renterisico

De langlopende leningen van de groep hebben grotendeels vaste rentepercentages, waardoor de groep de rentekosten van langere tijd vastlegt, maar wel het risico loopt meer of minder rentekosten te betalen dan de marktrente. Het renterisicobeleid van de groep is gericht op het beheersen van de netto financieringslasten voor fluctuaties in de marktrente. Hiertoe dekt de groep dit risico af door leningen tegen vaste rente af te sluiten, dan wel interest rate swap contracten af te sluiten, waarbij de groep de variabele rente ruilt voor een vaste rente bij leningen met een variabele rente.

Marktrisico

Het marktrisico voor de groep is ten aanzien van het grootste gedeelte van de opbrengsten gering. De overheid reguleert via de Autoriteit Consument en Markt de transporttarieven en daarmee het grootste gedeelte van de inkomsten van de groep.
Wel wordt een risico gelopen ten aanzien van de hoeveelheid meet- en netverliezen die afwijken van inschatting vooraf, welke worden verrekend tegen reconciliatieprijzen.

Reële waarde

De reële waarden van de in de balans en niet in de balans opgenomen financiële instrumenten van de groep luiden als volgt:

(bedragen x € 1.000)

Boekwaarde

Reële waarde

2024

2023

2024

2023

Financiële activa:

Financiële vaste activa

25.509

22.690

25.509

22.690

Vorderingen

39.426

29.885

39.426

29.885

Liquide middelen

19.753

2.220

19.753

2.220

Financiële passiva:

Langlopende schulden en overlopende passiva

(194.319)

(180.008)

(190.363)

(177.007)

Kortlopende schulden

(34.407)

(25.835)

(34.407)

(25.835)

De reële waarde van de financiële instrumenten is bepaald met behulp van beschikbare marktinformatie en schattingsmethoden. De volgende methoden en aannames zijn gebruikt bij de bepaling van de reële waarde van de financiële instrumenten:

Financiële vaste activa

De marktwaarde van de overige vorderingen onder de financiële vaste activa is geschat aan de hand van de contante waarde van de toekomstige kasstromen tegen de geldende marktrente. De marktwaarde van de effecten onder de financiële vaste activa is gebaseerd op de zichtbare intrinsieke netto vermogenswaarde.

Liquide middelen, vorderingen en kortlopende schulden

De waarde in het economisch verkeer van de posten in liquide middelen, vorderingen en kortlopende schulden is geschat op de boekwaarde, gezien de korte looptijd van deze instrumenten.

Langlopende schulden en overlopende passiva

De marktwaarde van de langlopende leningen is geschat aan de hand van de contante waarde van de toekomstige kasstromen tegen de geldende marktrente.  De waarde van overlopende passiva en vooruit ontvangen bedragen is geschat op de boekwaarde.

Renterisico

De contractuele renteherzieningsdata of aflossingsdata, indien laatstgenoemde eerder liggen, en de effectieve rentevoeten van de zowel in de balans als niet in de balans opgenomen financiële instrumenten van de groep waarover renterisico wordt gelopen, luiden als volgt:

(bedragen x € 1.000)

2024

< 1 jaar

1-5 jaar

> 5 jaar

Totaal

Gewogen gemiddelde effectieve rente

Vaste rentevoet

%

Financiële activa:

Langlopende leningen

264

1.346

3.037

4.647

9,04%

264

1.346

3.037

4.647

Financiële passiva:

Kredietinstellingen

-

51.000

73.000

124.000

2,28%

(inclusief renteswaps)

Kredietinstellingen rekening courant

-

-

-

-

-

51.000

73.000

124.000

Variabele rentevoet

Financiële activa:

Bank

19.753

-

-

19.753

2,47%

(bedragen x € 1.000)

2023

< 1 jaar

1-5 jaar

> 5 jaar

Totaal

Gewogen gemiddelde effectieve rente

Vaste rentevoet

%

Financiële activa:

Langlopende leningen

240

1.223

3.368

4.831

9,19%

240

1.223

3.368

4.831

Financiële passiva:

Kredietinstellingen

-

51.000

60.000

111.000

2,15%

(inclusief renteswaps)

Kredietinstellingen rekening courant

-

-

-

-

-

51.000

60.000

111.000

Variabele rentevoet

Financiële activa:

Bank

2.220

-

-

2.220

1,78%

De effectieve rentevoet van de financiële instrumenten gegroepeerd onder vaste rentevoet is vast gedurende de gehele looptijd van het instrument. De andere financiële instrumenten van de groep zijn niet in de bovenstaande tabel opgenomen, omdat ze niet rentedragend zijn en daardoor niet aan renterisico onderhevig zijn.

Deel dit artikel