Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Vaste activa
De samenstelling en het verloop van de vaste activa gedurende het boekjaar blijken uit de volgende overzichten.
1. Immateriële vaste activa
(bedragen x € 1.000) | Klantenportefeuille | Totaal | |
Boekwaarde per 1 januari 2020 | 47 | 47 | |
Mutaties 2020 | |||
Investeringen | - | - | |
Afschrijvingen | (47) | (47) | |
Boekwaarde per 31 december 2020 | 0 | 0 | |
Cumulatieve afschrijvingen | 319 | 319 | |
Aanschafwaarde per 31 december 2020 | 319 | 319 |
De gehanteerde afschrijvingstermijn is:
Klantenportefeuille 5 jaar
2. Materiële activa
(bedragen x € 1.000) | Bedrijfsgebouwen en terreinen | Gas | Elektriciteit | Overige vaste bedrijfsmiddelen | Onderhanden werk gas en elektriciteit | Totaal | |||||
Boekwaarde per 1 januari 2020 | 6.855 | 53.882 | 141.949 | 8.495 | 2.094 | 213.275 | |||||
Mutaties 2020 | |||||||||||
Investeringen | - | 5.988 | 11.980 | 1.112 | 275 | 19.355 | |||||
Desinvesteringen | - | - | - | - | - | - | |||||
Afschrijvingen | (41) | (5.269) | (12.900) | (2.117) | - | (20.327) | |||||
Boekwaarde per 31 december 2020 | 6.814 | 54.601 | 141.029 | 7.490 | 2.369 | 212.303 | |||||
Cumulatieve afschrijvingen | 8.391 | 46.211 | 155.475 | 10.106 | - | 220.183 | |||||
Aanschafwaarde per 31 december 2020 | 15.205 | 100.812 | 296.504 | 17.596 | 2.369 | 432.486 |
De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn: | |
Bedrijfsgebouwen | 10-25 jaar |
Gas | 3-25 jaar |
Elektriciteit | 3-25 jaar |
Overige bedrijfsmiddelen | 3-10 jaar |
Met ingang van 2016 wordt de veronderstelling gehanteerd dat de materiële vaste activa die meer dan 5 jaar geleden geheel zijn afgeschreven niet meer aanwezig zijn. Als gevolg van deze aanname zijn materiële vaste activa met een aanschafwaarde en cumulatieve afschrijving van € 204 miljoen (2019: € 196 miljoen) en boekwaarde van nihil, uit de materiële vaste activa waarde geëlimineerd.
3. Financiële vaste activa
(bedragen x € 1.000) | Balans | mutatie | nieuw | verkoop | dividend | resultaat | Balans | ||||||
Deelnemingen | 3.393 | - | 152 | - | - | 471 | 4.016 | ||||||
Overige effecten | 4 | - | - | - | - | - | 4 | ||||||
Latente belasting vordering | 5.052 | 356 | - | - | - | - | 5.408 | ||||||
Overige vorderingen | 6.571 | (85) | 848 | - | - | - | 7.334 | ||||||
15.020 | 271 | 1.000 | - | - | 471 | 16.762 |
De latente belastingvordering van € 5.408.000 (2019: € 5.052.000) heeft hoofdzakelijk betrekking op de tijdelijke verschillen tussen de fiscale en de bedrijfseconomische waardering van de distributienetwerken. De fiscale waarde van de distributienetwerken is hoger dan de bedrijfseconomische waarde enerzijds, omdat de fiscale waarde meer recent is afgeleid uit de vervangingswaarde en anderzijds omdat fiscaal langere afschrijvingstermijnen wordt gehanteerd. Daar tegenover staat dat fiscaal rekening wordt gehouden met een afschrijvingsbeperking tot een restwaarde van 100% van de WOZ waarde voor onroerend goed in eigen gebruik en voor verhuurd onroerend goed. Realisatie van de tijdelijke verschillen is afhankelijk van de ontwikkelingen in het fiscale resultaat en de regelgeving de komende 50 jaar. Vanwege de onzekerheid die hiermee samenhangt, is voor het verschil dat naar verwachting binnen een afzienbare periode gerealiseerd kan worden een latente belastingvordering gevormd. In de berekening is rekening gehouden met een afzienbare periode van 25 jaar, op basis van de gemiddelde looptijd van afschrijvingsverschillen fiscaal en commercieel, waarbij rekening wordt gehouden met afnemende zekerheid van de positieve resultaten.
In de waardering van de vordering is een netto rentepercentage van 0,97 % ( 2019: 1,67 %) gehanteerd om de verschillen contant te maken. Op basis van totale verschillen tussen de fiscale en commerciële waarde van € 124,0 miljoen bedraagt de totale nominale latente belastingvordering € 28,4 miljoen, waarvan € 14,8 miljoen aan nominale latente belastingvordering is gewaardeerd tegen een contante waarde van € 5,4 miljoen, rekening houdend met afnemende zekerheid naar de toekomst van de positieve resultaten.
Verwacht wordt dat van het bedrag van de latente belastingvordering een bedrag van circa € 694.000 binnen een jaar wordt gerealiseerd.
Onder de overige vorderingen zijn verstrekte leningen u/g opgenomen, waarvan een bedrag van € 2.194.000 binnen een jaar wordt afgelost.
De niet-geconsolideerde deelnemingen betreffen:
Naam | Belang | Statutaire Zetel |
Trias Westland B.V. | 45% | Honselersdijk |
Energie Transitie Partners B.V. | 50% | Poeldijk |
Het bedrag nieuw verstrekt aan deelnemingen in 2020 van € 152.000 betreft agiostortingen in Energie Transitie Partners B.V.
De overige vorderingen betreft verstrekte leningen en voorschotten aan EDSN, Trias Westland en Energie Transitie Partners.
De verstrekkingen in 2020 betreft leningen aan EDSN, de rente 2020 op de achtergestelde lening aan Trias Westland B.V. voor het 2e doublet en een voorschot aan Energie Transitie Partners ten behoeve van ontwikkelingskosten voor 2 warmtenetprojecten.
4. Voorraden
De voorraden betreft voorraad gereed product en handelsgoederen. Per einde 2020 bedraagt de voorziening voor incourante voorraad € 829.000 (2019: € 744.000).
5. Onderhanden projecten
Het saldo onderhanden projecten van € 0,4 miljoen (2019: € 0,5 miljoen) betreft het nog te facturen bedrag aan opdrachtgevers. De totaal bestede kosten van deze onderhanden projecten bedragen € 1,9 miljoen (2019: € 0,8 miljoen), de gefactureerde termijnen € 2,3 miljoen (2019:€ 0,4 miljoen) en het in 2020 verantwoorde resultaat € 0,7 miljoen (2019: € 0,1 miljoen).
6. Vorderingen
(bedragen x € 1.000) | 2020 | 2019 | |
Debiteuren | 16.886 | 14.881 | |
Belastingen | - | - | |
Overige vorderingen | 175 | 197 | |
Overlopende activa | 2.022 | 517 | |
19.083 | 15.595 |
Ultimo 2020 en 2019 is sprake van een schuldpositie voor de vennootschapsbelasting, welke is opgenomen onder de kortlopende schulden en overlopende passiva.
Onder de overlopende activa is een bedrag van € 1,4 miljoen (2019: € 0,0 miljoen) opgenomen als gevolg van (verwachte) nacalculaties van Autoriteit Consument en Markt welke in 2022 wordt afgewikkeld.
7. Liquide middelen
De liquide middelen ultimo 2020 staan ter vrije beschikking.
8. Groepsvermogen
(bedragen x € 1.000) | 2020 | 2019 | ||
Stand begin boekjaar | 135.144 | 134.284 | ||
Winst boekjaar | 15.961 | 13.860 | ||
Rechtstreekse vermogensmutaties | - | - | ||
Totaal resultaat | 15.961 | 13.860 | ||
Dividend | (13.000) | (13.000) | ||
Stand ultimo boekjaar | 138.105 | 135.144 |
9. Voorzieningen
(bedragen x € 1.000) | 2020 | 2019 | |
Voor jubileumuitkeringen | 343 | 322 | |
Stand ultimo boekjaar | 343 | 322 |
De looptijd van de voorziening jubileumuitkeringen is overwegend langer dan 1 jaar.
Het verloop van de voorzieningen gedurende 2020 is als volgt:
(bedragen x € 1.000) | Jubileum- | Totaal | |
Saldo per 1 januari | 322 | 322 | |
Onttrekkingen | (17) | (17) | |
Vrijval | 38 | 38 | |
Saldo per 31 december | 343 | 343 |
10. Langlopende leningen
(bedragen x € 1.000) | 2020 | 2019 | |
Stand begin boekjaar | 90.000 | 90.000 | |
Aflossingen | (45.000) | - | |
Opname nieuwe leningen | 62.000 | - | |
Stand ultimo boekjaar | 107.000 | 90.000 | |
Waarvan af te lossen in: | |||
Binnen 1 jaar | - | 45.000 | |
Binnen 1 tot 5 jaar | 47.000 | 45.000 | |
Na 5 jaar | 60.000 | - |
De gemiddelde rentevoet van de leningen bedraagt 0,96 %
In 2018 is bij 2 kredietinstellingen een financiering voor € 45 miljoen aangetrokken voor 5 jaar tegen een vaste rentevoet van 1,01%.
In 2020 is het 2e deel van de financiering van € 45 miljoen, opvolgende vervangende financiering aangetrokken van € 50 miljoen voor 10 jaar tegen een vaste rentevoet van 0,875%. Tevens is een tijdelijke kredietfaciliteit afgesloten waarbij maximaal € 10 miljoen kan worden opgenomen tot 31 december 2023 ter financiering van extra Tennet transportkosten, die pas later in tarieven kunnen worden verwerkt tegen variabele rente, waarvan per ultimo 2020 € 2,0 miljoen is opgenomen. Daarnaast is nieuwe financiering aangetrokken ten behoeve nieuwe activiteiten van € 10 miljoen voor 10 jaar vast tegen 1,225% en is een financieringsfaciliteit afgesloten, waarbij in periode tot en met 31 december 2023 een maximale lening op kan worden genomen van € 13 miljoen, tegen een variabel of vast rentepercentage met een opslag op de referentierente van circa 1,0% met een looptijd naar keuze van 5, 7 of 10 jaar.
Voor de financiering van € 95 miljoen, de tijdelijke kredietfaciliteit van maximaal € 10 miljoen en de financieringsfaciliteit van € 13 miljoen is een zekerheidsstelling afgegeven die inhoudt dat het solvabiliteitspercentage van de geconsolideerde balans Westland Infra Netbeheer B.V. tenminste 35% bedraagt. Daarnaast dient de ICR (bedrijfsresultaat/ totaal van financiële lasten) van Westland Infra Netbeheer B.V. tenminste 1,7 te bedragen en dient Westland Infra Netbeheer B.V. te voldoen aan de ratio's opgenomen in besluit financieel beheer netbeheerder.
Voor de financiering van € 10 miljoen is hypotheek gevestigd op het kantoorpand van NV Juva met een hoofdsom van 10 miljoen te vermeerderen met 40% aan rente en kosten. Daarnaast is een zekerheidsstelling afgegeven die inhoudt dat het solvabiliteitspercentage van de voor financiële vaste activa van Capturam B.V. gecorrigeerde geconsolideerde balans van NV Juva tenminste 35% bedraagt.
11. Kortlopende schulden en overlopende passiva
(bedragen x € 1.000) | 2020 | 2019 | |
Schulden aan kredietinstellingen | - | 5.013 | |
Schulden aan leveranciers | 5.906 | 6.949 | |
Belastingen en premies sociale verzekering | 4.488 | 4.040 | |
Pensioenpremies | 226 | 215 | |
Overige schulden | 3.637 | 3.535 | |
Overlopende passiva | 2.567 | 4.460 | |
16.824 | 24.212 |
Onder belastingen en premies sociale verzekering is € 479.000 (2019: € 101.000) opgenomen inzake verschuldigde vennootschapsbelasting.
Onder de overige schulden is een bedrag van € 1,1 miljoen (2019: € 1,3 miljoen) opgenomen inzake vooruit gefactureerd op onderhanden projecten. De totaal bestede kosten van deze onderhanden projecten bedragen € 3,4 miljoen (2019: € 2,7 miljoen), de gefactureerde termijnen € 5,6 miljoen (2019: € 4,8 miljoen) en het in 2020 verantwoorde resultaat van € 0,8 miljoen (2019: € 0,5 miljoen).
Onder de overlopende passiva is een bedrag van € 0,1 miljoen (2019: € 3,0 miljoen) opgenomen als gevolg van (verwachte) nacalculaties van Autoriteit Consument en Markt waarvan in 2021 € 0,1 miljoen (2020: € 1,3 miljoen) en in 2022 € 0,0 miljoen (2021: € 1,7 miljoen) wordt afgewikkeld.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen en activa
Operationele leaseverplichtingen
Het wagenpark is op basis van operationele leasing in gebruik bij de vennootschap. In het resultaat 2020 is in de overige bedrijfskosten een last uit hoofde van operationele leasekosten van € 764.000 opgenomen (2019: € 779.000). De verplichtingen onder deze overeenkomsten vervallen als volgt:
(bedragen x € 1.000) | 2020 | 2019 | |
Binnen 1 jaar | 454 | 411 | |
Binnen 1 tot 5 jaar | 917 | 712 | |
Na 5 jaar | 17 | 6 | |
Totaal | 1.388 | 1.129 |
Gestelde zekerheden
Borgstelling € 101.000 borgstelling in verband rekening courant faciliteit en garantiestelling bij beëindiging van bedrijfsactiviteiten van EDSN en aandeelhouders garantie voor Trias Westland van € 378.000 voor krediet in rekening courant bij BNG Bank.
Voorwaardelijke activa
De per ultimo 2019 openstaande schadeclaims van leverancier van schakelmateriaal en leverancier van meters zijn afgewikkeld in 2020, waarbij met met beide een vaststelllingsovereenkomst is gesloten ter afwikkeling van de schadeclaim.
Investeringsverplichtingen
Voor de inkoop van kabels, meters en installaties zijn verplichtingen aangegaan van in totaal € 3,2 miljoen (2019: € 2,2 miljoen)
Financiële instrumenten
Algemeen
De in deze toelichting opgenomen gegevens verschaffen informatie die behulpzaam zijn bij het schatten van de omvang van risico’s die verbonden zijn aan zowel de in de balans opgenomen als de niet in de balans opgenomen financiële instrumenten.
De primaire financiële instrumenten van de groep, anders dan derivaten, dienen ter financiering van de operationele activiteiten van de groep of vloeien direct uit deze activiteiten voort. Tevens gaat de groep transacties aan in derivaten, met name renteswaps, om het renterisico af te dekken dat ontstaat uit de operationele en financieringsactiviteiten van de groep. Het beleid van de groep is om niet te handelen in financiële instrumenten.
De belangrijkste risico’s, uit hoofde van de financiële instrumenten van de groep, zijn het kredietrisico, het liquiditeitsrisico, het kasstroomrisico en het prijsrisico bestaande uit het valuta-, rente- en marktrisico.
Het beleid van de groep om deze risico’s te beperken, luidt als volgt:
Kredietrisico
Het beleid van de groep is erop gericht om aan klanten geen andere kredieten te verstrekken dan normale leverancierskredieten. Maatregelen die worden toegepast om debiteurenrisico te beperken, zijn actieve incasso en de inzet van incassobureaus. Met klanten, die verzoeken om een nieuwe aansluiting, worden betalingsschema’s overeengekomen waarbij de klant een deel van het project voorfinanciert. Verder zijn er geen belangrijke concentraties van kredietrisico binnen de groep.
Liquiditeitsrisico
Het risico voor de groep dat toekomstige kasstromen verbonden aan een monetair financieel instrument fluctueren in omvang is minimaal, aangezien de langlopende vorderingen en schulden vastrentend zijn.
De groep heeft, buiten de afgesloten leningen, een krediet- en financieringsfaciliteit tot € 46,0 miljoen, waarvan per ultimo 2020 € 2,0 miljoen is opgenomen.
Valutarisico
De financiële resultaten en kasstromen van de groep worden vrijwel geheel gerealiseerd in de eurozone waardoor deze niet onderhevig zijn aan het risico van fluctuaties wisselkoersen.
Renterisico
De langlopende leningen van de groep hebben grotendeels vaste rentepercentage waardoor de groep de rentekosten van langere tijd vastligt maar wel het risico loopt meer of minder rentekosten te betalen dan de marktrente. Het renterisicobeleid van de groep is gericht op het beheersen van de netto financieringslasten voor fluctuaties in de marktrente. Hiertoe dekt de groep dit risico af door leningen tegen vaste rente af te sluiten dan wel interest rate swap contracten af te sluiten waarbij de groep de variabele rente ruilt voor een vaste rente bij leningen met een variabele rente.
Marktrisico
Het marktrisico voor de groep is ten aanzien van het grootste gedeelte van de opbrengsten gering. De overheid reguleert via de Autoriteit Consument en Markt (ACM) de transporttarieven en daarmee het grootste gedeelte van de inkomsten van de groep.
Reële waarde
De reële waarden van de in de balans en niet in de balans opgenomen financiële instrumenten van de groep luiden als volgt:
(bedragen x € 1.000) | Boekwaarde | Reële waarde | |||
2020 | 2019 | 2020 | 2019 | ||
Financiële activa: | |||||
Financiële vaste activa | 16.762 | 15.020 | 16.762 | 15.020 | |
Vorderingen | 19.083 | 15.595 | 19.083 | 15.595 | |
Liquide middelen | 8.955 | 679 | 8.955 | 679 | |
Financiële passiva: | |||||
Langlopende schulden | (107.000) | (90.000) | (108.163) | (90.744) | |
Kortlopende schulden | (16.824) | (24.212) | (16.824) | (24.212) | |
Niet in balans opgenomen financiële instrumenten: | |||||
Renteswaps | - | (534) |
De reële waarde van de financiële instrumenten is bepaald met behulp van beschikbare marktinformatie en schattingsmethoden. De volgende methoden en aannames zijn gebruikt bij de bepaling van de reële waarde van de financiële instrumenten:
Financiële vaste activa
De marktwaarde van de overige vorderingen onder de financiële vaste activa is geschat aan de hand van de contante waarde van de toekomstige kasstromen tegen de geldende marktrente. De marktwaarde van de effecten onder de financiële vaste activa is gebaseerd op de zichtbare intrinsieke netto vermogenswaarde.
Liquide middelen, vorderingen en kortlopende schulden
De waarde in het economisch verkeer van de posten in liquide middelen, vorderingen en kortlopende schulden is geschat op de boekwaarde gezien de korte looptijd van deze instrumenten.
Langlopende schulden
De marktwaarde van de langlopende schulden is geschat aan de hand van de contante waarde van de toekomstige kasstromen tegen de geldende marktrente.
Renteswaps
De waarde in het economische verkeer van deze financiële instrumenten bestaat uit het bedrag dat de groep zou ontvangen of betalen om deze contracten te beëindigen. De renteswaps hebben dezelfde looptijd als de onderliggende leningen waar ze betrekking op hebben.
Renterisico
De contractuele renteherzieningsdata of aflossingsdata indien laatstgenoemde eerder liggen en de effectieve rentevoeten van de zowel in de balans als niet in de balans opgenomen financiële instrumenten van de groep waarover renterisico wordt gelopen, luiden als volgt:
(bedragen x € 1.000) | 2020 | ||||||||
< 1 jaar | 1-5 jaar | > 5 jaar | Totaal | Gewogen gemiddelde effectieve rente | |||||
Vaste rentevoet | % | ||||||||
Financiële activa: | |||||||||
Langlopende leningen | 2.194 | 1.209 | 3.931 | 7.334 | 9,12% | ||||
2.194 | 1.209 | 3.931 | 7.334 | ||||||
Financiële passiva: | |||||||||
Kredietinstellingen | - | 47.000 | 60.000 | 107.000 | 0,96% | ||||
(inclusief renteswaps) | |||||||||
Kredietinstellingen rekening courant | - | - | - | - | |||||
- | 47.000 | 60.000 | 107.000 | ||||||
Variabele rentevoet | |||||||||
Financiële activa: | |||||||||
Bank | 8.955 | - | - | 8.955 | 0,00% |
(bedragen x € 1.000) | 2019 | ||||||||
< 1 jaar | 1-5 jaar | > 5 jaar | Totaal | Gewogen gemiddelde effectieve rente | |||||
Vaste rentevoet | % | ||||||||
Financiële activa: | |||||||||
Langlopende leningen | 115 | 2.075 | 4.381 | 6.571 | 9,25% | ||||
115 | 2.075 | 4.381 | 6.571 | ||||||
Financiële passiva: | |||||||||
Kredietinstellingen | 45.000 | 45.000 | - | 90.000 | 2,13% | ||||
(inclusief renteswaps) | |||||||||
Kredietinstellingen rekening courant | 5.013 | - | - | 5.013 | 0,54% | ||||
50.013 | 45.000 | - | 95.013 | ||||||
Variabele rentevoet | |||||||||
Financiële activa: | |||||||||
Bank | 678 | - | - | 678 | -0,52% |
De effectieve rentevoet van de financiële instrumenten gegroepeerd onder variabele rentevoet wordt herzien binnen een jaar. De effectieve rentevoet van de financiële instrumenten gegroepeerd onder vaste rentevoet is vast gedurende de gehele looptijd van het instrument. De andere financiële instrumenten van de groep zijn niet in de bovenstaande tabel opgenomen, omdat ze niet rentedragend zijn en daardoor niet aan renterisico onderhevig zijn.