De komst van CSRD en hoe we daar invulling aan geven
Meervoudige waardecreatie
Het begint bij het besef dat alleen economische waarde nastreven niet meer voldoende is om bij te dragen aan een leefbare wereld. Het creëren van sociale waarde, het behoud van de ecosystemen en het welzijn van de mensen moeten in balans zijn met economische waardecreatie.
Daarbij is het minimaliseren van negatieve impact van bedrijfsactiviteiten (do-no-harm) een license to operate en is het maximaliseren van de impact met onze bedrijfsactiviteiten een randvoorwaarde (do-good). In ons waardecreatiemodel geven we weer welke invulling we geven aan de andere kapitalen aan de hand van onze input en onze output.
Van stakeholdersanalyse naar output met impact
Bij rapportage over ESG (Environment, Social en Governance) krijgen we ook te maken met een veel breder scala aan stakeholders. Daarom doen we al vanaf 2015 regelmatig stakeholdersonderzoeken en hebben we in 2021 al onze stakeholders in kaart gebracht en gecategoriseerd. Vanuit eerdere stakeholderconsultaties weten we wat de omgeving van ons verwacht en welke thema’s in relatie tot milieu, maatschappij en bestuur belangrijk zijn. Hierin geven we zoveel mogelijk invulling. Om het meetbaar te maken, zijn vervolgstappen nodig die in 2023 zullen worden ondernomen. Te beginnen met een nieuwe stakeholdersconsultatie en volgend daarop een materialiteitsanalyse.
De volgende onderwerpen zijn uit de laatste stakeholderconsultatie (2020) als materieel aangemerkt en zien wij als onze impact:
Output: Veilig en betrouwbaar energiesysteem:
Energiebeschikbaarheid; hoge leveringszekerheid;
Verslimming en innovatie van de systemen;
Toepassen warmte en mogelijkheden alternatieve gassen verkennen;
Aansluitend bij behoefte van klant en regio.
Output: Samenwerken en kennisuitwisseling:
Samenwerken met lokale warmtecoöperaties en marktpartijen;
Stimuleren initiatieven door derden;
Versterken vestigingsklimaat glastuinbouw;
Samenwerken met opleidingsinstituten/ opleiden en stages.
Output: Aantrekkelijke en betrouwbare werkgever:
Hoge medewerkerstevredenheid;
Zingeving: actief bij dragen aan een CO2-vrij energiesysteem;
Aantrekken voldoende nieuw potentieel;
Mogelijkheden tot ontwikkeling;
Onderscheidende en inclusieve werkgever;
Aandacht voor veilig werken.
Output: Duurzame relatie met de samenleving:
Maatschappelijke betrokken bedrijfsvoering;
Hoge klanttevredenheid en CES score;
Creëren werkgelegenheid in regio;
Minimale overlast voor omgeving.
Output: CO2 neutraal energiesysteem in 2050:
CO2-emissies (equivalent) scope 1 reduceren of compenseren;
Methaanemissies reduceren;
Minimaal materiaalgebruik: hergebruik/optimalisatie/besparing;
Zo veel mogelijk duurzaam materiaalinkoop
Stap voor stap de methodiek aanpassen
Nog niet alle normen voor CSRD zijn definitief. Op dit moment wordt de directive uitgewerkt in standaarden voor duurzaamheidsrapportage, de ESRS (European Sustainibility Reporting Standards). Deze geven inzicht in de eisen en de handvatten voor het duurzaamheidsverslag.
De ESRS1 is van toepassing op alle ondernemingen in alle sectoren. In een later stadium worden deze sectorspecifiek gemaakt.
Als Juva wilden we wel alvast beginnen om op tijd klaar te zijn. Daarom zijn we gestart met een nulmeting van onze CO2 footprint voor scope 1 en 2 volgens de nieuwe indeling en berekenmethodes. De ESRS E1 is de meest definitieve standaard binnen de ESRS-structuur en valt in de categorie environmental voor climate change. De ESRS E1 Deze is gebaseerd op het GHG-protocol.
- 1 De ESRS is ontwikkeld op voorspraak van de EFRAG. De EFRAG adviseert de Europese Commissie in de vorm van volledig voorbereide ontwerpen van EU-normen voor duurzaamheidsrapportage en/of ontwerpwijzigingen van deze normen (de ESRS).
CO2-footprint volgens de ESRS E1 methode
De uiteindelijke rapportage bestaat uit de 3 onderdelen Environmental, Social en Governance (ESG), waarop Juva gaat rapporteren. Het onderdeel Environmental is gebaseerd op het Greenhouse Gas Protocol om de uitstoot van broeikasgassen te berekenen. Dat protocol passen wij inmiddels bij Juva toe. We zijn begonnen onze CO2-footprint voor scope 1 en 2 te definiëren. Scope 1 gaat om directe CO2-uitstoot, veroorzaakt door eigen bronnen binnen onze organisatie. Het betreft dan de uitstoot door eigen gebouw-, vervoer- en productiegerelateerde activiteiten. Scope 2 omvat de indirecte uitstoot van CO2 door opwekking van zelf gekochte en verbruikte elektriciteit of warmte. Scope 3 tot slot gaat over de indirecte uitstoot van CO2, veroorzaakt door bedrijfsactiviteiten van andere organisaties. Het betreft dan uitstoot waar we geen directe invloed op kunnen uitoefenen.